ORIGINAL

VOLLENHOVE AAN BRANDT 2).

1682, 20 Maart.

Gisteren liet ik myn eige dingen in groten haast leggen, om Vondels leven Uwe Eerw. toe te schikken by bequame gelegen- heit, dewyl Trojel toch enig goet had over te zenden. Ik heb het noch eens niet alleen doorlopen, maar naukeurig doorzien, en nu op de zaken minst lettende, daarwe lest in ’t brede van spraken, hier en daar slechts een letter of woort verandert; of uit uwe ver-

VOLLENHOVE AAN BRANDT

1682, 5 Mei.

Ik gisse dat de lyk- en lofdichten na de voorrede en het leven zullen volgen. Immers mag’er het myne niet bij gedrukt worden zonder een byvoegsel van weinig vaarzen, die ik eerlang zal zenden, of wel voort, indien’er haast bij is.

Als voren

1682, ’s Gravenhage.

Het onderscheit van de lessen, die aanleidinge geven ter Nederduitsche Dichtkunst, is wel by u bedacht: en ik heb het overlang niet ondienstig, ja tot gerief van den lezer nootwendig geoordeelt. Ook verschelen hier myne gedachten, als Uw Eerw. ziet, weinig of niet van d’uwe. Maar ik zoude, onder verbeteringe, d’Aanleidinge na het Leven des Dichters en de Lofdichten plaatsen, om zijn eigen werk aldus by een te houden. ’k zende hier ook mynen lykzang by, het byvoegsel uw oordeel onderwerpende, en uwe zorge voor den druk bevelende. Enz.

Is by de voorrede ook gevoegt, dat Vondel in wydéluftigheit beknopt was? Voor beknopt zoude ik bondig zetten. By zyn getuigenis van Antonides dient zyn lofdicht op den Ystroom opgehaalt.

VOLLENHOVE AAN BRANDT.

1682, 22 Mei.

Ik neme aan de byvoegsels van des dichters leven, op aanstaan- den maandag, buiten werkelijk ongeval, Uw Eerw. wederom te beschikken, of immers van hier te zenden; enz. (Verder over ver- zen van Vollenhove.)

TRANSLATION

VOLLENHOVE TO BRANDT

March 20, 1682

Yesterday, I quickly set aside my own tasks to prepare Vondel's biography for you at a convenient time, since Trojel had some things to send over. I have not only read through it again but also carefully reviewed it. Now, focusing less on the matters we discussed in detail last time, I have only changed a letter or word here and there based on your suggestions.

VOLLENHOVE TO BRANDT

May 5, 1682

I guess that the funeral and praise poems will follow the preface and the biography. In any case, my work should not be printed without an addition of a few verses, which I will send soon, or immediately if there is urgency.

As before

1682, The Hague

The distinction of the lessons that lead to Dutch poetry is well thought out by you. I have long considered it not only useful but necessary for the reader's convenience. My thoughts on this matter differ little, if at all, from yours. However, I would suggest placing the Introduction after the Poet's Life and the Praise Poems to keep his work together. I am also sending my funeral song, subject to your judgment, and entrusting you with the care of the printing. Etc.

Is it also mentioned in the preface that Vondel was concise in his verbosity? For "concise," I would use "succinct." In his testimony about Antonides, his praise poem on the Ystroom should be highlighted.

VOLLENHOVE TO BRANDT

May 22, 1682

I assume the additions to the poet's life will be ready by next Monday, barring any real mishap, to send back to you, or at least from here; etc. (Further about Vollenhove's verses.)

Metadata

  • Sender: Vollenhove
  • Recipient: Brandt
  • Subject: Discussion on Vondel's life and works, including suggestions for publication
  • Send Date: 1682
  • Location: 's Gravenhage
  • Geolocation: 52.080985, 4.310346
  • Language: nl
  • Summary: Vollenhove writes to Brandt about preparing Vondel's life for publication, including minor edits and suggestions for the arrangement of the text. He also discusses the inclusion of his own verses and provides feedback on the preface and other content.