OCR

83 de his qui notantur infamia. UE. sal niet quaelyck doen te lesen een boeck dat een treffelyck rechtsgeleerde Balduinus heeft ge- maekt de legibus Constantini. Hiermede wil ick endigen en u E. met myn heer Hooft: doctor Koster en alle anderen van dien slach alle voorspoedt wenschen. Tot Parys den 5 Juni 1635. u EE. dienstwillige H. D. Groot. tloopen met de wagen, singen, snaerspelen was by de Griecken edel, by de Romeinen onedel, en veracht. doch bedanck de heer Barlaeus seer van het toesenden van syn oratie over de wonderlyckheden der menschelycke siele tselve wordt hier seer gelesen en gepresen. dit most ick uwe E. mede deelen en blyve uwe E. gewil- lige dienaer J. v. Vondel. t’Amsterdam 1635 den 18 Junij. Aen mynheer den heer P. Cornelisz. Hooft Drost te Muyden. BARLAEUS AAN CORNELIS VAN DER MYLE’). 24 Nov. 1635. Addo exemplar Tragoediae Grotianae, quam Belgice reddidit I. Vondelius. Die Iovis proximo ex orchestra ab actoribus recita- bitur. 1) Uit Barlaei Epistolae, II, 634. De vertaling door Vondel van de Groot’s treurspel Sophompaneas is gedag- teekend op 1 October 1635. Op 24 November zendt Barlaeus de vertaling aan Van der Myle, met bericht, dat het stuk den volgenden Donderdag in den Schouwburg zal worden opgevoerd, dus op 26 Nov., want 24 was Dinsdag. Volgens de opgave van C. M. Wybrands (Dietsche Warande X, bl. 423) werd het treurspel het eerst opgevoerd op 25 en 28 October, en 8 en 19 November. Zie: Mr. C. van Vollenhoven, De Groot’s Sophompaneas. Mededeel. Kon. Acad. v. W. 1923. Hierin wordt deze brief echter niet aangehaald.

OCR + GPT-4o

de his qui notantur infamia. UE. sal niet quaelyck doen te lesen een boeck dat een treffelyck rechtsgeleerde Balduinus heeft ge- maekt de legibus Constantini. Hiermede wil ick endigen en u E. met myn heer Hooft: doctor Koster en alle anderen van dien slach alle voorspoedt wenschen. Tot Parys den 5 Juni 1635. u E. dienstwillige H. D. Groot. tloopen met de wagen, singen, snaerspelen was by de Griecken edel, by de Romeinen onedel, en veracht. doch bedanck de heer Barlaeus seer van het toesenden van syn oratie over de wonderlyckheden der menschelycke siele tselve wordt hier seer gelesen en gepresen. dit most ick uwe E. mede deelen en blyve uwe E. gewil- lige dienaer J. v. Vondel. t’Amsterdam 1635 den 18 Junij. Aen mynheer den heer P. Cornelisz. Hooft Drost te Muyden. ***** BARLAEUS AAN CORNELIS VAN DER MYLE 24 Nov. 1635. Addo exemplar Tragoediae Grotianae, quam Belgice reddidit I. Vondelius. Die Iovis proximo ex orchestra ab actoribus recita- bitur.

Image