OCR

148 dichten op de Nakrabbelaars kan ik bezwaarlijk Vondel toeschrij- ven, niet alleen Kalvini daar vindende, maar ook dien misgreep op de eenigheit en vrede, zonder dat de in d’eerste lettergreep van het volgende woord smelt. Om kort te gaan, ik wenschte hier over, uit zucht tot de kunst des mans, die ten opzicht van de stoffe my niet weinig nu en dan mishaagt, ja gestoort en bedroeft heeft, wel eens nader en vry wat langer dan lest t' Amsterdam met U Eerw. te spreken. VOLLENHOVE AAN BRANDT’). 1680, 14 November. Vondels vertalingen waren, gedurende myne uitspanninge met myn liefste op Marquet, al in orde gebragt, zulx als Uw Eerw. nu lichtelyk uit deze papieren zal kunnen vatten ... Van Vondels oude rymen, en die men hem uit misverstant heeft toegeschreven, zoude ik liever mondelyk, kon ’t geschieden, met Uw Eerw. spreken. Als voren. 1681, 16 Januari *). Van die twee woorden in mynen Huwlyxzang, strelen, dat ik met opzet by en tegens tuchtles aldaar gestelt hebbe, en falen daar ik dralen voor kon gebruiken, doch by Vondel niet meer gewraakt kan onfaalbaar en faalbaar, zoude ik beter met Uw Eerw. kunnen spreken, myne eige gedachten eer gewoon te mis- trouwen dan te vieien, en altijt veel Uw Eerw. oordeel toeschry- vende. Vondels misverstant mag wel bedekt worden, en voor den Kardinaal, die naar het leven, kan men ook zetten, om Ur- sinus te pryzen, den kunstbeminner, die naar ’t leven. Maar Ital- jaan kan den lezer wel voldoen, die zo ver denkt, dat Maro zelf een Italjaan, en Italie doorgaans allermeest verheffende, van zynen lantsgenoot namaals aldus geéert is. Den tytel van Lof- dichten op uitgegeve schriften, zoude ik niet veranderen, om dat eene op de vertaling van Donne. ’t Is een out gebruik, dat men namen geeft @ potiori. En of dit een lofdicht ironice genoemt wiert, en by de lofdichten eveneens quam, gelyk d’afbeeldinge 1) Brieven aan G. Brandt, bl. 209. 2) Brieven aan G. Brandt, bl. 213—214. Sterck, Oud en Nieuw, enz. bl. 42.

OCR + GPT-4o

dichten op de Nakrabbelaars kan ik bezwaarlijk Vondel toeschrij- ven, niet alleen Kalvini daar vindende, maar ook dien misgreep op de eenigheit en vrede, zonder dat de in d’eerste lettergreep van het volgende woord smelt. Om kort te gaan, ik wenschte hier over, uit zucht tot de kunst des mans, die ten opzicht van de stoffe my niet weinig nu en dan mishaagt, ja gestoort en bedroeft heeft, wel eens nader en vry wat langer dan lest t’Amsterdam met U Eerw. te spreken. VOLLENHOVE AAN BRANDT’). 1680, 14 November. Vondels vertalingen waren, gedurende myne uitspanninge met myn liefste op Marquet, al in orde gebragt, zulx als Uw Eerw. nu lichtelyk uit deze papieren zal kunnen vatten ... Van Vondels oude rymen, en die men hem uit misverstant heeft toegeschreven, zoude ik liever mondelyk, kon ’t geschieden, met Uw Eerw. spreken. Als voren. 1681, 16 Januari *). Van die twee woorden in mynen Huwlyxzang, strelen, dat ik met opzet by en tegens tuchtles aldaar gestelt hebbe, en falen daar ik dralen voor kon gebruiken, doch by Vondel niet meer gewraakt kan onfaalbaar en faalbaar, zoude ik beter met Uw Eerw. kunnen spreken, myne eige gedachten eer gewoon te mis- trouwen dan te vieien, en altijt veel Uw Eerw. oordeel toeschry- vende. Vondels misverstant mag wel bedekt worden, en voor den Kardinaal, die naar het leven, kan men ook zetten, om Ur- sinus te pryzen, den kunstbeminner, die naar ’t leven. Maar Ital- jaan kan den lezer wel voldoen, die zo ver denkt, dat Maro zelf een Italjaan, en Italie doorgaans allermeest verheffende, van zynen lantsgenoot namaals aldus geéert is. Den tytel van Lof- dichten op uitgegeve schriften, zoude ik niet veranderen, om dat eene op de vertaling van Donne. ’t Is een out gebruik, dat men namen geeft @ potiori. En of dit een lofdicht ironice genoemt wiert, en by de lofdichten eveneens quam, gelyk d’afbeeldinge

Image