J. v. Vondel

1668, 3 Loumaent

Edele gestrenge Heer,

Zommige kunstbeminders van het goutsmitsgilt verzochten aen my iet te stellen ter gedachtenisse van Paulus van Viane, wiens gelyk de weerelt noit gedragen heeft, en misschien noit dragen zal. Zy hebben hier verscheide afdruxel(s) laeten omdeelen, en vonden geraden ook eenige te senden naer ’s Gravenhaege voor de konstbeminners aldaer, en dewyl uwe E. en uw zoon hier on- der gereekent, zoo namen wy de vrymoedigheit, uwe E. ook eenige toe te stieren, om aldaer te laeten uitdeelen aen kenners van de dryfkunst. Uwe E. gelieve dit int goede te duiden, en ick blyve naer gebiedenis, Edel gestrenge Heer

Uw Ed. gestrengen ootmoedigen dienaer t’Amsterdam, 1668 J. v. Vondel. den 3 van Loumaent. [Adres:] Den edelen gestrengen heere Constantyn Huygens, heere van Zuilichem etc. in ’s Gravenhaege. met een paxken. de brenger 14 stuy. veertien st.

J. v. Vondel

1668, March 3

Honorable Sir,

Some art enthusiasts from the goldsmith guild asked me to write something in memory of Paulus van Viane, whose equal the world has never seen and perhaps never will. They have made several copies to distribute and thought it wise to send some to The Hague for the art lovers there. Since you and your son are counted among them, we took the liberty of sending you some copies to distribute to those knowledgeable in the art of engraving.

Please accept this in good faith, and I remain, honorable sir,

Your humble servant, Amsterdam, 1668 J. v. Vondel. March 3. [Address:] To the honorable sir Constantyn Huygens, lord of Zuilichem, etc. in The Hague. with a package. the bearer 14 stuivers. fourteen stuivers.