OCR
49 Of dwang van vrome Christen-sielen Niet streckt om Hollandt te vernielen? Of vryheyt niet en was de schat Waerom men eerst in oorloogh tradt? Of oock in wel bestierde steden Een oproermaecker wort geleden? Of huyse-plondren vesten sticht? Of d’eedt geen burgery verplicht? En of sich leeraers niet verloopen, Wanneerse deesen bandt ontknoopen? Wiens antwoordt kortst en bondichst is, En klaerst in dese duysternis, Dien sullen d’ Academiheeren Met eenen Princenroemer eeren: Daer Pallas, met haer diamant, In sne den Veldheer van het landt, Die met ’s Hertogenbosch gaet strycken, Daer Maurits tweemael af most wycken. Yver. D’Antwoorden moeten ingebracht worden Voor den eersten van Somermaendt, synde de dach onser verkiesinge, als Apollo te recht sal sitten, om den prijs te geven diense verdient. TESSELSCHADE AAN VONDEL’). 1630, Mei. Antwoort op de Vraag van de Amsterdamsche Academie: De beste tong die stemmen smeede, zong gode loff, den menschen vreede. Ook deze uitdagende oproep van Vondel moet als een brief aan alle dich- ters beschouwd worden, zooals het adres aangeeft. Verzonden als prysvraeg namens de Kamer in Liefde Bloeiende, onder het motto: Yver. Vondel vatte in dit hekelende gedicht al de hevige kwesties, die in de laatste jaren vooral de theologen en de dichters in beroering hadden ge- bracht, samen, met het doel in de antwoorden cen oplossing te vinden: maar zeker niet om vrede te stichten, Er ontstond dan ook zulk een heftig tumult in de wereld van theologen en poéten, dat Burgemeesteren verboden de ruim vijftig antwoorden te verkoopen. 1) Naar het Hs. in de Leidsche Bibliotheek. Facsim. v. Lennep, Vondel, Vondel-Brieven. 4
OCR + GPT-4o
Of dwang van vrome Christen-sielen Niet streckt om Hollandt te vernielen? Of vryheyt niet en was de schat Waerom men eerst in oorloogh tradt? Of oock in wel bestierde steden Een oproermaecker wort geleden? Of huyse-plondren vesten sticht? Of d’eedt geen burgery verplicht? En of sich leeraers niet verloopen, Wanneerse deesen bandt ontknoopen? Wiens antwoordt kortst en bondichst is, En klaerst in dese duysternis, Dien sullen d’Academiheeren Met eenen Princenroemer eeren: Daer Pallas, met haer diamant, In sne den Veldheer van het landt, Die met ’s Hertogenbosch gaet strycken, Daer Maurits tweemael af most wycken. Yver. D’Antwoorden moeten ingebracht worden Voor den eersten van Somermaendt, synde de dach onser verkiesinge, als Apollo te recht sal sitten, om den prijs te geven diense verdient. ***** TESSELSCHADE AAN VONDEL’). 1630, Mei. Antwoort op de Vraag van de Amsterdamsche Academie: De beste tong die stemmen smeede, zong gode loff, den menschen vreede.