OCR

45 te kunnen misdoen. Van dier gedichten waerd oft onwaerde hebb ick niet te zeggen: Vondelens geschriften rekene ick onder de dinghen, daervan niet wel te oordeelen is. Sy duncken my on- eenparigh ende haer selven hier en daer beschamende. Soo valt er in ’t gros weinigh van hem te verklaren. HOOFT AAN BAECK?). 1629, 18 Juni. De Heer Generael (= Reael) ende Van den Vondele zouden moghen bezeft hebben op wat moer het daermede schijnt te leg- gen. Want zij waeren daer tegenwoordigh met my. BARLAEUS AAN HOOFT?). (Vertaald door Vondel.) 1630, 12 Maart, Leiden. Petro C. Hooft. Versus tuos, Vir clarissime, quibus magno exercitus nostri Imperatoris geminam victoriam gratulares, per- legi aliquoties. Nec enim una lectione exhaurire potui, recon- ditos omnes sensus, aut acumine ejus assequi. Odisti profanum vulgus, et ab his sacris arceri vis corvos poétas et poétrias picas. Omnia in te sublimia esse video, mentem, stylum, arcem, in qua imperas, adde et nomen ipsum. Ex illa uti infra te posita desuper vides, ita et humi repentes versificatores despicis. Per nubes gra- deris, sideribus proximus. Inter Latinos tonant Statius et Clau- 1) Zie: v. Vloten, Brieven v. Hooft, 1, 346. Vondel is met Hooft en Reael geweest bij een of andere bespreking over den politieken toestand en zou wellicht den grond (moer?) ervan begrijpen. Aan zijn inzicht wordt gehecht. 2) Naar: Casparis Barlaei Epistolarum Liber. Amst. 1667. (Door G. Brandt uitgegeven.) Dl. I, bl. 311, No. 133. Brandt, Leven van Hooft, uitg. Leendertz, bl. 19, volgg. Daar wordt een meer letterlijke vertaling dan die van Vondel gegeven van den brief, die toen blijkbaar zeer is opgemerkt; ook wel doordat Barlaeus nog professor te Leiden was, en bestemd om als zoodanig te Amsterdam te worden benoemd, waar hij in 1632 zijn intrede deed.

OCR + GPT-4o

te kunnen misdoen. Van dier gedichten waerd oft onwaerde hebb ick niet te zeggen: Vondelens geschriften rekene ick onder de dinghen, daervan niet wel te oordeelen is. Sy duncken my oneenparigh ende haer selven hier en daer beschamende. Soo valt er in 't gros weinigh van hem te verklaren. _____ HOOFT AAN BAECK 1629, 18 Juni. De Heer Generael (= Reael) ende Van den Vondele zouden moghen bezeft hebben op wat moer het daermede schijnt te leggen. Want zij waeren daer tegenwoordigh met my. _____ BARLAEUS AAN HOOFT (Vertaald door Vondel.) 1630, 12 Maart, Leiden. Petro C. Hooft. Versus tuos, Vir clarissime, quibus magno exercitus nostri Imperatoris geminam victoriam gratulares, perlegi aliquoties. Nec enim una lectione exhaurire potui, reconditos omnes sensus, aut acumine ejus assequi. Odisti profanum vulgus, et ab his sacris arceri vis corvos poétas et poétrias picas. Omnia in te sublimia esse video, mentem, stylum, arcem, in qua imperas, adde et nomen ipsum. Ex illa uti infra te posita desuper vides, ita et humi repentes versificatores despicis. Per nubes graderis, sideribus proximus. Inter Latinos tonant Statius et Clau

Image