OCR

144 M. DE HERTOGHE AAN G. BRANDT’). 1679, 2 Februari. Ick vind mij volgens beloften verplicht, om aen een vriendt van aensien te doen hebben de Sleutel op J.V.V. Palamedes, onder den Liefhebbers hier en daer sijnde. inde verlegentheyt van die onder mijn bulleties niet te vinden heb ick gemeent my alderbest aen UEd. te connen vervoegen, om daer aen te geraecken; ver- mits ick niet en twijffele, of uwe naeukeurigheyt heeft oock de zelve bemachtight. ick moet mijne bede van de zelve te mogen hebben, met een verdubbelingh van overlast besoetelen, en ver- gen de zelve op het spoedigste te mogen erlanghen, onder ver- seeckeringh nochtans, dat dees dienst verdubbelingh van danck- baerheyt sal leggen op het herte van hem, enz. 1679, 6 Febr. (Uit een tweeden brief van de Hertoghe blijkt dat Brandt hem te Amsterdam daartoe in de gelegenheid zal stellen. De schrijver was predikant te ’s Gravenhage, Brandt te Amsterdam.) VOLLENHOVE AAN BRANDT. 1679, 20 Februari. Zo dra ik het eerst las begon ik te denken (hier hebt ge myn gedachten ook net geraden) of men kon d’olyf wel gaan kon, en of’er niet bequamelyk zou kunnen staan: Men houwe den olyf op ’t graf des mans; te meer omdat men voorheen het grote lyk heeft. Nochtans kan Uw Eerw. zich hier behelpen met Vondels maakt van den ineengedoken grijsaard in den leunstoel gezeten, ,,in zijn laaste ouderdom”. (Zie Iconographie der portretten van Vondel. Vondel-uitgave der W.B. DL. IV.) Koning maakte drie schetsjes in verschillende houdingen, afge- beeld in de Vondel-Kroniek, Jg. V, afl. 2, April 1934, bl. 74—75. Govert Bidloo had dus spoedig één daarvan in zijn bezit dat hij aan Joachim Oudaan zond, zonder vermelding van naam, die het spoedig herkende. 4) Volgens hss. in de Bibl. der Remonstr. kerk te Rotterdam, No. 1265—1266, uitgegeven door Penon in Bijdragen, enz., III, bi. 91 volg. Vondel is overleden op 9 Febr. 1679 kort na dezen brief.

OCR + GPT-4o

M. DE HERTOGHE AAN G. BRANDT’). 1679, 2 Februari. Ick vind mij volgens beloften verplicht, om aen een vriendt van aensien te doen hebben de Sleutel op J.V.V. Palamedes, onder den Liefhebbers hier en daer sijnde. inde verlegentheyt van die onder mijn bulleties niet te vinden heb ick gemeent my alderbest aen UEd. te connen vervoegen, om daer aen te geraecken; vermits ick niet en twijffele, of uwe naeukeurigheyt heeft oock de zelve bemachtight. ick moet mijne bede van de zelve te mogen hebben, met een verdubbelingh van overlast besoetelen, en vergen de zelve op het spoedigste te mogen erlanghen, onder verseeckeringh nochtans, dat dees dienst verdubbelingh van danckbaerheyt sal leggen op het herte van hem, enz. 1679, 6 Febr. (Uit een tweeden brief van de Hertoghe blijkt dat Brandt hem te Amsterdam daartoe in de gelegenheid zal stellen. De schrijver was predikant te ’s Gravenhage, Brandt te Amsterdam.) ***** VOLLENHOVE AAN BRANDT. 1679, 20 Februari. Zo dra ik het eerst las begon ik te denken (hier hebt ge myn gedachten ook net geraden) of men kon d’olyf wel gaan kon, en of’er niet bequamelyk zou kunnen staan: Men houwe den olyf op ’t graf des mans; te meer omdat men voorheen het grote lyk heeft. Nochtans kan Uw Eerw. zich hier behelpen met Vondels

Image