OCR

114 BARTHOLDUS NIHUSIUS AAN FABIO CHIGI TE KEULEN»). 1645, Mei 24. ... Typographus in continuanda poematum editione sedulus, ante octavam Pentecostes imponet eis finem. De frontispicio in- terim solliciti quoque erimus confestim atque receperimus ejus delineationem... Absolvetur, inquam, opus istic eo, quod dixi tempore; nisi quod forsan suspendenda impressio folii postremi, donec folia antecedentia simul omnia monstravero iis qui prae- figent Epigrammata; cujus rei antea praestare potero. Vondelius, poeta Belgicus excellens, honorem sibi ducat, putem, si rogetur a me, addere carmen vernaculum. Sed nescio, an I[]mae Dtioni Vrae, id placiturum. Multo magis nescio, an sit conveniens, ut sollicitemus Constantinum Hugenium, principis Auraici consilia- rium, argutiarum, in versibus etiam Latinis, plenissimum .. . (Amsterdam) 24 Mei 1645. belingen, elk om strydt, te keer gingen, nergens toe dienende, dan om ’t graau tegens hem te verbitteren.” Op deze feiten slaat de brief van Hooft aan Barlaeus. Dr. P. Leendertz hoort terecht in Hoofts: ,,mij deert des mans”, ,,de weemoedige naklank van de oude vriendschap”, al is er m.i. wel wat hooghartigheid in gemengd. Een antwoord van Barlaeus is niet bekend. 1) Uit: Hoogewerff, Bescheiden in Italié, D. Haag, Nijhoff, 1917, HI, p. 394—395, 24 Mei 1645. Deze brief betreft een door Fabio Chigi uit te geven bundel »Poemata”, gedrukt als: ,,Philomusi Musae Iuveniles. Coloniae Ubiorum. Apud Iodocum Kalcovium et socios”, 1645. Op den gegraveerden titel staat: Philomathi Musae Juveniles”. Volgens gewoonte zou dit boekje van ecenige lofdichten vergezeld gaan; curieus, dat Nibusius daarvoor éf Vondel 6f Huygens voorstelt. Maar ten slotte heeft geen van beiden ze gemaakt, maar is de eer te beurt gevallen aan... Barlaeus. Dat de keuze niet op Vondel is gevallen zal wel zijn omdat een Latijnsch vers gewenscht was. Huygens kon moeilijk een lofdicht schrijven voor een katholieken Bisschop. De ,,Accla- mationes. In Maximi Viri Philomusi Musas Iuveniles”, die de laatste zeven bladzijden van het zeldzame boekje vullen, zijn gedicht door Caspar Bar- laeus, I. Burtius, I. R. Ingelius, den bekenden katholieken advocaat en vriend van Hooft, en Bartoldus Nihusius. Vondel bezong Chigi als Paus bij zijn in- wijding. De eerste uitgave van dit boekje der gedichten van Paus Alexander VII is verzorgd door Wilhelm von Firstenberg te Keulen, kanunnik van Trier en Keulen, en is kerkelijk goedgekeurd door Henricus Francken Sierstorffius, die ook aan Vondels Altaergeheimenissen zijn approbatie verleende, en de schuilnaam was van L. Marius. Over Nihusius zie op 1653. Barlaei Poematum pars II, p. 539. Amst. Blaeu, 1646.

OCR + GPT-4o

BARTHOLDUS NIHUSIUS AAN FABIO CHIGI TE KEULEN 1645, Mei 24. ... Typographus in continuanda poematum editione sedulus, ante octavam Pentecostes imponet eis finem. De frontispicio interim solliciti quoque erimus confestim atque receperimus ejus delineationem... Absolvetur, inquam, opus istic eo, quod dixi tempore; nisi quod forsan suspendenda impressio folii postremi, donec folia antecedentia simul omnia monstravero iis qui praefigent Epigrammata; cujus rei antea praestare potero. Vondelius, poeta Belgicus excellens, honorem sibi ducat, putem, si rogetur a me, addere carmen vernaculum. Sed nescio, an Illmae Dtioni Vrae, id placiturum. Multo magis nescio, an sit conveniens, ut sollicitemus Constantinum Hugenium, principis Auraici consiliarium, argutiarum, in versibus etiam Latinis, plenissimum ... (Amsterdam) 24 Mei 1645. *****

Image