OCR
INLEIDING. Bij zijn bespreking van Vondels brieven als voorbeelden van diens prozastijl, geeft Dr. J. Prinsen JLz. in het eerste deel der Vondeluitgave van de Wereldbibliotheek, bl. 99, zijn leedwezen te kennen: ,,dat Sterck deze niet bij elkaar heeft opgenomen in zijn Oorkonden, waar ze zoo goed op hun plaats waren”. Door deze uitgave van Vondels briefwisseling hoop ik aan te toonen, dat voor deze spijt geen aanleiding bestond. Reeds lang had ik het plan tot deze uitgave gevormd; maar in de Oorkonden, die vooral onbekende documenten bevatten, behoorden de brie- ven niet thuis. En dat in dit boek daarvoor geen voldoende ruimte was, zal blijken uit het feit, dat waar Prinsen er ,,een stuk of vijf- tien” telt, in het plan van deze uitgave ruim honderd vijf-en- twintig brieven, geheel of gedeeltelijk, gevonden worden, die tot de Vondelcorrespondentie behooren. Ik heb mij namelijk op ruimer plan gesteld bij de keuze der brieven, door ze niet alleen als soms weinig beteekenende staal- tjes van prozastijl te beschouwen, maar ook op hun inhoud en beteekenis te letten in nauw verband met de brieven van Vondels tijdgenooten; waaruit volgt dat ook de antwoorden er bij behoor- den te worden uitgegeven. Ja, dat elke vermelding van Vondel of zijn werk in de 17de eeuwsche correspondenties moest worden opgespoord en medegedeeld. Juist door die brieven kan pas een voor zoover mogelijk vol- ledige kijk worden verkregen op het oordeel, dat vrienden en tegenstanders onder zijn tijdgenooten hebben gehad over den dichter en den mensch. In hun onderlinge briefwisseling geven Hooft, Huygens, Vossius, Barlaeus, de Groot en andere groote geesten onbewimpeld hun oordeel over Vondel. Daarbij valt het op, dat vele van zijn gedichten terstond hun aandacht trekken, met belangstelling gelezen worden, en soms aan elkander wor- den toegezonden. Hoe hun waardeering stijgt of daalt bij de ver- anderende godsdienstige opvattingen van Vondel verdient ook opmerking. Ook na zijn dood worden nog brieven gewisseld over Vondels persoon en zijn werk, die van veel belang zijn om de oordeelen van de schrijvers te leeren kennen.