OCR
WIJZE VAN UITGAVE. Uit de oorspronkelijke brieven van anderen wordt slechts over- genomen wat direct of indirect op Vondel betrekking heeft. Geheele brieven worden letterlijk afgedrukt als zij alleen over Vondel of zijn werk handelen. Bi Literatuur-opgave wordt niet telkens naar andere Vondel- uitgaven verwezen, die voor elkeen gemakkelijk bereikbaar zijn. Niet steeds wordt dus aangegeven: dat een brief b.v. bij v. Lennep, v. Vloten, of andere uitgevers is afgedrukt. Wel worden zooveel mogelijk de plaatsen aangegeven waar de oorspronkelijke tekst te vinden is, vooral als er facsimilés naar de autografen bestaan. Geen filologische verklaring wordt gegeven van de brief-ge- dichten als Harpoen, Roskam, Brief aan Niehusius enz., of de prozabrieven, omdat die reeds meermalen is verstrekt en bij elke uitgave te vinden is. Zooveel mogelijk wordt soberheid betracht bij de toelichting. Van de Latijnsche brieven wordt geen vertaling gegeven, om plaatsruimte te winnen. Daarom wordt in den regel de inhoud ervan beknopt aangeduid. Over den onnatuurlijken en gedwongen stijl der Epistels van Hooft tegenover den eenvoudigen en vertrouwelijken geest van Vondels Brieven zijn belangrijke opmerkingen te vinden in het artikel van prof. J. Prinzen JLzn. in DI. I der Vondel-uitgave van de W.B. bl. 99—110. Van beteekenis zijn ook de beschouwingen en verklaringen van Mejuffrouw G. F. C. van Nop in de Inleiding en bij de uitgave van haar zeer belangrijke Bloemlezing uit de Brieven van P. C. Hooft. Zutphen, W. J. Thieme & Cie,, 1909. Door het Hoofdbestuur van de ,,Vereeniging tot het bevor- deren van de beoefening der Wetenschap onder de Katholieken in Nederland”, is uit het ,,Pater de Groot-fonds” aan den schrij- ver een subsidie verleend voor deze uitgave.